Beoordeling werkplekleren

Tussenbeoordeling

Halverwege een stageperiode vindt een tussenevaluatie plaats. De tussenbeoordeling is erg belangrijk: Het is hét moment om een student leerpunten mee te geven waaraan hij moet werken om de doelen van deze periode van werkplekleren te behalen. De mentor geeft aan de hand van de tussenbeoordeling uit het dossier werkplekleren een oordeel over het functioneren van de student tot dat moment en bespreekt deze daarna met de student. De tussenbeoordeling vindt altijd plaats halverwege de geplande stageperiode; Na deze bespreking stuurt de student een kopie van de tussenbeoordeling aan de opleider/stagedocent. Zijn er problemen, dan kan de opleider/stagedocent eventueel een afspraak maken voor een extra bezoek en kan hij in overleg met de mentor lessen bijwonen om zich een nader oordeel te vormen over het functioneren van de student. Deze tussenevaluatie moet worden gezien als een bijsturend element tijdens de praktijk. De mentor geeft aan in hoeverre hij van mening is dat een student op de goede weg is en formuleert eventueel leerpunten voor het resterende deel van de stageperiode om deze uiteindelijk met een voldoende te kunnen afsluiten. De leerwerkplekdoelen worden dan bijgesteld. Het dossier werkplekleren wordt tijdens de stageperiode beheerd door de student.

Eindevaluatie

Iedere stageperiode wordt afgerond met een eindbeoordeling. In de laatste of voorlaatste week van een stageperiode vult de mentor in het dossier werkplekleren een eindevaluatie in en bespreekt deze beoordeling met de student. Het gaat hierbij expliciet om het advies van de mentor. De student levert het dossier met daarin het advies in bij de opleider/stagedocent. De opleider/stagedocent bespreekt de beoordeling met de mentor en de student en stelt de eindbeoordeling vast.